In deze workshop worden verhalen en ervaringen over (een plek in) de buurt opgetekend.




Deelnemers leren verschillende betekenissen en verhalen over een bepaalde plek of straat kennen en gaan hiervoor in gesprek met uiteenlopende types gebruikers van die plek.


stadsvernieuwing, stadseducatie, stedelijke transitietrajecten


kijken en onderzoeken


casus Leefstraten Gent

inschatting voorbereidingstijd

weinig

vanaf deze leeftijd

7 j.

gemiddelde duur

lang (>60minuten)

bruikbaar op volgende locatie(s)

klas, lokaal, op straat, in de buurt

benodigde materialen

  • plattegrond van de buurt of straat
  • zwarte stiften
  • blauwe potloden
  • klembord en A4 papier
  • kalkpapier

werkwijze

Iedere deelnemer krijgt bij de aanvang een klembord, een plattegrond van de straat, een vel kalkpapier, een zwarte stift en een blauw potlood..
1.Iedere deelnemer krijgt een pakket om te gebruiken tijdens deze activiteit. We starten deze activiteit buiten en verzamelen om (zelf te bepalen) uur om de resultaten te bespreken.
2. Klem je plattegrond op je klembord en plaats daarboven je kalkpapier.
3. Ga op stap door de straat of buurt en stop op 5 plaatsen waar je vaak iets doet of die je goed kent. Teken op deze plaats op je kaart een blauwe bol. Teken of schrijf de activiteiten die je op deze plaatsen doet ,of wat je weet over deze plaatsen op de het kalkpapier.
4. (Als alle deelnemers terug samen zijn.)
We gaan nu samen de kaarten en kalkpapieren bespreken:
– Welke plaatsen in de straat of buurt tekenden jullie?
– Waarom tekenden jullie deze? Wat schreven jullie erbij?
– Zien jullie gelijkenissen of verschillen in jullie aantekeningen?
– Zijn er verder nog zaken opgevallen over de straat of buurt?

 

Richtvragen nagesprek:
1. Wat vonden jullie van deze activiteit? Vonden jullie het moeilijk om de plaatsen op je plattegrond te tekenen?
2. Wie heeft er door de andere tekeningen en verhalen nieuwe  plaatsen in de straat of buurt leren kennen?
3. Wie heeft er plaatsen in de straat of buurt op een andere manier leren kennen?

tips voor de begeleider(s)

Als begeleider start je met een basisvraag en laat je de deelnemers zelf op pad gaan om deze te beantwoorden. Je spreekt een tijdstip af waarop iedereen terug komt om in een groepsdialoog de resultaten te bespreken.
Loop gedurende de activiteit rond in de straat of buurt. Neem zelf ook notities.

beeld- en werkmateriaal