Kinderen en tieners bekijken en onderzoeken zelf belevingsmateriaal van de wijk, formuleren voor hen logische verbindingen van uitspraken en ervaringen, en komen samen tot prioritaire thema’s voor de (toekomst van) de wijk.




- Beleving van andere kinderen in de buurt leren kennen
- Verschillende perspectieven op de wijk verbinden in gedeelde thema’s
- thema’s selecteren die belangrijk zijn voor (de toekomst van) de wijk, en die koppelen aan prioritaire plekken.


stadsvernieuwing


uitwisselen en ordenen


casus Dampoort

inschatting voorbereidingstijd

veel

vanaf deze leeftijd

8 j.

gemiddelde duur

gemiddeld (30 - 60 minuten)

bruikbaar op volgende locatie(s)

klas, lokaal

benodigde materialen

  • Groot bord met kaart van de wijk in grijswaarden
  • een set belevingstegels (kleine papieren of kartonnen tegeltjes waarop telkens een stukje (woord, citaat, kwaliteit, omschrijving, …) uit eerder verzameld belevingsmateriaal staat
  • felgekleurde beschrijfbare fiches
  • een paar fijne alcoholstiften
  • een dictafoontje als je wil registeren wat er gezegd wordt
  • een fototoestel om tussentijdse en eindbevindingen van de deelnemers makkelijk te capteren

werkwijze

  • STAP 1 – Belevingstegels aanmaken:
    Zorg voor een set belevingstegels. Belevingstegels zijn zeshoekige kartonnen fiches (ca 4cm) met steekwoorden, zinnen en begrippen die belevingen van (plekken in) de wijk omschrijven. Je vindt een afbeelding van enkele belevingstegels uit ons eigen traject in de dampoortwijk bij ‘beeld- en werkmateriaal’,  maar je kan natuurlijk ook je eigen set belevingstegels maken. Ga daarvoor terug naar opnames van vorige workshops rond beleving van de wijk (bv orthofoto, mental maps, belevingskaart, ...(linken naar andere werkvormen))
  • STAP 2 – Belevingstegels verkennen en ordenen in thema’s:
    Via de activiteit Leg De Weg kan je de deelnemers uitgebreider kennis laten maken met de collectie belevingstegels die je aangelegd hebt.
    Aan de deelnemers wordt uitgelegd dat dat al deze tegels in groepen moeten worden gelegd. Daarvoor moet er op zoek worden gegaan naar woorden die iets met elkaar te maken hebben/gemeen hebben. De deelnemers mogen beslissen welke groepen het worden, maar het is wel de bedoeling dat alle tegels die in 1 groep liggen iets met elkaar te maken hebben. Elke groep krijgt een thema, een naam die iets zegt over het soort tegels dat in die groep ligt.
    Een andere mogelijkheid is om via woordassociaties tot thema’s te komen. Deelnemers kiezen dan één tegel die ze belangrijk vinden voor de wijk. Geleidelijk aan worden er tegels bijgevoegd die op één of andere manier samenhangen met eerder gekozen tegels en samen clusters vormen. De deelnemers zoeken zelf naar een naar een naam of titel voor de clusters.
    Zie ‘beeld- en werkmateriaal’ voor een uitgebreider draaiboek voor begeleiders met richtvragen en tips om antwoorden te registreren.
  • STAP 3 – Prioritaire thema’s kiezen:
    Eens er verschillende thema’s gekozen zijn die clusters van belevingstegels vormen, wordt er een selectie gemaakt van wat de meest prioritaire thema’s zijn. In een stadsvernieuwingsproject zullen immers een aantal thema’s aangepakt worden in de wijk, maar kan niet op alle thema’s tegelijk worden ingezet. In deze stap moeten deelnemers nu één thema kiezen dat volgens hen als medeonderzoekers belangrijk is voor de wijk om aan te werken. Dit selectieproces gebeurt stapsgewijs en begint bij wat elke deelnemer individueel prioritair vindt voor de wijk. Deze stap eindigt bij voorkeur wel met een door de groep gedragen keuze voor 1 prioritair thema.Zie ‘beeld- en werkmateriaal’ voor een uitgebreider draaiboek voor begeleiders met richtvragen en tips om antwoorden te registreren.
  • STAP 4 – Prioriteiten koppelen aan plaatsen:
    Nadat het groepje een thema op wijkniveau selecteerde, vragen we de deelnemers om dit te verbinden met een aantal plaatsen in de wijk waarop er kan gewerkt worden. We doen dit aan de hand van een aantal subvragen.

    • Welke plaatsen hebben iets te maken hebben met het thema?
    • Zijn er plaatsen op de kaart waar het thema positief aanwezig is, plaatsen waar dit thema een kwaliteit is in de wijk?
    • Zijn er plaatsen met kwaliteiten die nog extra versterkt kunnen worden? Op welke manier kunnen ze versterkt worden?
    • Zijn er plaatsen op de kaart waar het thema minder positief aanwezig is of mist, plaatsen waar dit thema een tekort is?
    • Zijn er plaatsen met een tekort dat dringend aangepakt moeten worden? Zo ja, welke oplossingen zouden jullie voorstellen?

    Er wordt stapsgewijs gewerkt aan de selectie van 1 prioritaire plaats om aan het gekozen thema te werken.

    Zie ‘beeld- en werkmateriaal’ voor een uitgebreider draaiboek voor begeleiders met richtvragen en tips om antwoorden te registreren.

tips voor de begeleider(s)

  • Deze werkvorm werkt vooral wanneer er al veel en rijk belevingsmateriaal verzameld is. Probeer dus voldoende belevingsmateriaal te verzamelen en op tegels te zetten, voor je aan deze workshop begint.
  • Keuzes maken in groep is moeilijk en een consensus is niet altijd helemaal nodig. Probeer er als begeleider voor te zorgen dat kinderen betrokken blijven en zich gehoord voelen. Probeer aandacht te hebben voor verschillende meningen en de waarde en het belang daarvan voor kinderen te duiden en te onderstrepen.

beeld- en werkmateriaal