Dozen met verschillende kleuren die telkens gelinkt zijn aan 1 beleidsdomein. In die dozen zitten foto’s en tekeningen van voorzieningen (bib, zwembad, school…), activiteiten en hobby’s, en routes door de stad. Zo kan men dieper ingaan op de beleving en de betekenis van de stad.




Dieper ingaan op de beleving en de betekenis van de stad. Wat vinden kinderen en tieners belangrijk? Wat willen ze graag veranderd zien om de stad duurzaam en leefbaar te maken? Hoe formuleren ze de voorzieningen en op welke beelden reageren ze het meest? Op die manier ontstaat gedetailleerd belevingsmateriaal over verschillende beleidsthema’s vanuit het perspectief van kinderen en tieners.


stadsvernieuwing, stadsontwikkeling, stadseducatie, stedelijke transitietrajecten


kijken en onderzoeken


casus Dampoort, casus Gentbrugge

inschatting voorbereidingstijd

veel

vanaf deze leeftijd

8 j.

gemiddelde duur

lang (>60minuten)

bruikbaar op volgende locatie(s)

klas, lokaal

benodigde materialen

Een belevingsbox is een doos met het volgende materiaal: Een gekleurd mapje met referentiebeelden voor een cluster van beleidsdomeinen. Sommige beelden zijn stadsspecifiek.

  • Een gekleurd mapje met referentiebeelden voor een cluster van beleidsdomeinen. Sommige beelden zijn stadsspecifiek, andere niet.
  • Stiften
  • Een pakket activiteitenkaartjes
  • Een pakket voorzieningenkaartjes

werkwijze

  • STAP 1:
    Kennismaking en introductie thema stedelijkheid en stedelijke beleidsdomeinen, onder meer aan de hand van luchtfoto’s waarop kinderen verschillende stedelijke beleidsthema’s aanduiden.
  • STAP 2:
    Verkenning van de belevingsboxen. Zonder de beleidsdomeinen van de Belevingsboxen expliciet toe te lichten, kunnen deelnemers de Belevingsboxen verkennen. Ze mogen dan twee beelden kiezen die hen aanspreken of waarover ze iets willen vertellen.
  • STAP 3:
    Uitdieping van 1 belevingsbox (~1 beleidsdomein). In een derde stap maken we collectieve belevingskaarten per belevingsbox op een speelbord. Afhankelijk van de groepsdynamiek kunnen 2 of 3 boxen worden uitgediept.
    Nadat een belevingsbox behandeld is en een collectieve belevingskaart opgemaakt, maken de kinderen elk een eigen Mental mapping oefening. Daarin passen ze de thema’s van de belevingsbox toe op de eigen mental map.
  • STAP 4:
    Prioriteiten benoemen. Tijdens de laatste activiteit gaan kinderen en jongeren prioritaire beleidsdomeinen formuleren met behulp van bouwstenen. Bouwstenen zullen beschrijfbare fiches zijn in het kleur van de betreffende Belevingsbox (~beleidsdomein). Waar de mental map zich eerder op buurtniveau situeerde, beoogt deze activiteit een denkoefening op stadsniveau.

Zie ‘beeld- en werkmateriaal’ voor een uitgebreidere handleiding

tips voor de begeleider(s)

  • Dit is een uitgebreide workshop die vooral inzetbaar is om op een brede manier de perceptie van kinderen en tieners over verschillende beleids- en levensdomeinen van het stedelijk samenleven te bevragen. In onze uitwerking staat de visiematrix duurzame en leefbare steden centraal, die aan de basis ligt van de stadsmonitor van de Vlaamse Overheid. Maar er kunnen eventueel ook indicatoren van stedelijk beleid gehanteerd worden.

beeld- en werkmateriaal

bronnen en inspiratie

  • Piessens, A., Vaningelgem, F., Berten, H., & Marreel, M. (2015). Een kindfocus in de stadsmonitor: van perceptiestudie tot digitale tool om kinderen en jongeren te bevragen. Brussel: Kind en Samenleving.
  • http://stadsmonitor.vlaanderen.be/publicaties